Welke Echtheid? De spagaat van de restaurateur

Een restaurateur beoogt een schilderij te herstellen. Een schilderij is een canvas met verf erop. Maar het canvas met verf is slechts waar het kunstwerk “woont”. Het werk is in die verf geplaatst en wordt daar gezien door gepast geïnformeerde mensen – een kunstenaar en een kunstpubliek. Het zien van een werk vereist ook een begrijpen . . .waarom de kunstenaar het werk zo maakte en niet anders. Dat laatste moet iets te maken hebben met de persoon van de kunstenaar. Om Van Goghs Slaapkamer te Arles als een kunstwerk te zien moeten we het bed herkennen en we moeten begrijpen dat Van Gogh de verf op zeer aparte manier op het canvas heeft gesmeerd, dat het werk figuratief en expressief is. Of hier in een microscoop iets van zichtbaar wordt, lijkt me de vraag.

Van Gogh’s Slaapkamer te Arles is er voor belichaamde mensen om naar te kijken en iets bij te denken en te voelen. En als we de verf op het canvas zo zien, zien we iets van de man Van Gogh. In al die dingen zien we, hoewel vaak onmerkbaar, de kleinste subtiliteiten. Het is zo’n beetje als uw partner aankijken en aan het ongemak in haar ogen zien dat ze vreemd is gegaan. Ga niet over uw inzichten in discussie met haar – ze zal ontkennen. Probeer ook niet aan een ander te beschrijven wat u gezien hebt – waar zou u moeten
beginnen? Ga ook geen foto van uw partner maken (om te analyseren, met een microscoop bij voorbeeld)|die foto komt te laat, de blik is alweer anders.
Nu is een schilderij een statisch ding, maar subtiel is het zeker. We kunnen die kleine subtiliteiten in Van Gogh’s Slaapkamer niet onder woorden brengen en missen ook wel een en ander – en daarom loont het ook om bij het werk terug te keren.

U begrijpt: het is voor de liefhebber van het grootste belang dat hij naar het echte doek kijkt dat Van Gogh zelf geschilderd heeft, en niet naar een vervalsing. Zo’n vervalsing vertoont wellicht grote gelijkenis (we zien het verschil niet) maar maakt toch het grootste verschil. De subtielste afwijkingen in Van Gogh’s verfstreken kunnen verstoord zijn – plots vertelt uw partners blik u niet meer dat ze is vreemdgegaan. Daarom hechten we zo aan kunst en daarom heeft kunst ook zo’n grote economische waarde kunnen verwerven. En daarom ook is het van het grootste belang dat we die werken herstellen. Maar nu komt de paradox: hoe doet men dat?

Staat men oog in oog met een werk dat door wateroverlast, krimp en uitzetting, vernislagen en de verwijdering daarvan zo beschadigd is als Van Gogh’s Slaapkamer, welke hoop is er dan op terugvinden van Van Gogh’s penseelstreek? Moet men hier wetenschappelijk teweeg gaan en met de beste instrumenten en natuurwetenschappelijke theorieën (en historische en biografische kennis) vaststellen wat eerder, wat later aan het canvas is toegevoegd? Is het zeker dat dat ons het doek dat we willen zien, Van Gogh’s Slaapkamer, naderbij zal brengen? De restaurateur moet in de huid van de schilder kruipen en zijn esthetische keuzen maken – anders is hij gewoon een goedbedoelende vervalser. Maar wie kan dat? Een onmogelijk dilemma.

Rob van Gerwen
http://blog.hum.uu.nl/robvangerwen/

Rob.vanGerwen@phil.uu.nl